Onder een laagje verf

In het voorjaar van 2023 werd het Rijksmuseum in Amsterdam overrompeld door kunstliefhebbers die van heinde en verre toestroomden voor de overzichtstentoonstelling van Johannes Vermeer. Nog nooit werden zoveel werken van de 17e eeuwse meester bij elkaar gebracht. Het werd aanschuiven voor elk werk, maar wie dat er voor over had, werd beloond met de prachtige lichtinval en details waar Vermeer in uitblonk.

Mijn oog viel op Brieflezend meisje bij het venster, een werk dat ik nog maar eenmaal eerder in het echt had gezien. Het behoort tot de collectie van de Gemäldegalerie in Dresden, dat het tussen 2017 en 2021 aan een grondig onderzoek en restauratie had onderworpen.
“Er klopt iets niet” dacht ik, toen ik ervoor stond en het bekeek. Was het de manier waarop het werk werd gepresenteerd? De belichting misschien? De kleur van de muur waartegen het werk hing? Of was het de omkaderende lijst? Nee hoor: het schilderij zélf was veranderd, en hoe!

Op het doek zien we een jonge vrouw met haar lichaam naar het open raam gericht. In haar handen een brief, die ze geconcentreerd lijkt te lezen. De tafel aan haar linkerzijde (voor ons als kijker frontaal) is gesierd met een Oosters tapijt en een fruitschaal. Een groen gordijn dat rechts in een hoek aan een reling hangt, maakt van deze kamer een intieme ruimte. De muur aan de achterzijde is … was … grondig veranderd. Tot aan de restauratie in 2021 was dit een kale muur. Gewoon witgeschilderd of gekalkt, met de schaduwen van het open raam en de rug van het meisje er op afgetekend. In het voorjaar van 2023 hing voor me in het Rijksmuseum datzelfde schilderij, maar op de muur was een bombastisch schilderij met een cupido verschenen!

Johannes Vermeer, Brieflezend meisje bij het venster, olieverf op doek, 83 x 64,5 cm, ca. 1659.
Links vóór en rechts na de restauratie. (c) Gemäldegalerie Alte Meister, Staatliche Kunstsammlungen Dresden.

Het schilderij met de cupido is een schilderij-in-schilderij, een truukje dat Vermeer wel vaker heeft toegepast. De naakte Cupido – god van de liefde – wordt afgebeeld met bolle buik en blonde haren. In zijn rechterhand houdt hij zijn boog vast. Pijlen liggen in een koker op de grond. Aan zijn voeten zien we ook twee maskers. Het schilderij neemt bijna de volledige muur in beslag en verdwijnt rechts gedeeltelijk achter het gordijn.

Onderzoek aan de hand van röntgenfoto’s had in 1979 al aan het licht gebracht dat er onder de dunne bovenste verflaag een schilderij van Cupido verborgen zat, dus voor Vermeer-experten kwam dit niet als een verrassing. Het gaat bovendien om hetzelfde Cupido-schilderij dat ook in de achtergrond van een ander werk van Vermeer te zien is. Het duurde echter tot de laatste recente restauratie om te kunnen bewijzen dat de overschildering geen ingreep van Vermeer zelf was, maar minstens een paar decennia later werd aangebracht. Vermeer was toen al overleden en kon dus geen toestemming hebben gegeven voor de overschildering.

Werd de muur op de achtergrond witgekalkt om aan de smaak van de nieuwe eeuw te voldoen? Was de naakte cupido aanstootgevend voor een preutser geworden publiek? In alle eerlijkheid: de rust die het schilderij destijds uitstraalde, werd voor mij verstoord nu de achtergrond zo druk was. Het brieflezend meisje leek niet langer alleen in deze kleine kamer, maar werd in de gaten gehouden door de cupidofiguur. De onderliggende boodschap dat het om een liefdesbrief zou gaan, werd te fel benadrukt. Maar dat zijn natuurlijk allemaal mijn persoonlijke interpretaties.

Mensen zijn gewoontebeesten en elke verandering heeft even tijd nodig voor die wordt aanvaard. Denk maar aan de schokgolf die er door kunstliefhebbend Vlaanderen heenging toen bij de restauraties van het Lam Gods in Gent ook het aangezicht van het lam zelf, dé spilfiguur aan het altaar, er heel anders uit bleek te zien onder alle lagen verf en vernis! Het lam is geen lam meer, maar een dier met een menselijk gezicht waarvan de ogen ons strak aanstaren. Het beestje werd een heuse hit op sociale media, iedereen was in de ban van het lam.

Detail van het aangezicht van het lam: links vóór en rechts na de restauratie. J. & H. Van Eyck, De aanbidding van het Lam Gods, tempera en olieverf op paneel, 340 x 440 cm, 1432 (c) Sint-Baafskathedraal, Gent.

Deze restauratievoorbeelden doen me stilstaan bij welke keuzes, beslissingen en bijgevolg ook macht er in handen van restauratoren en eigenaars van meesterwerken liggen. Dankzij moderne technologie, grondig archiefonderzoek en veel studiewerk kan er steeds beter gezocht worden naar de oorspronkelijke staat van een kunstwerk. De meester in kwestie had het zus en zo bedoeld en niet anders. In geval van het Brieflezend meisje aan het venster betrof het geen overschildering door Vermeer zelf, dus begrijp ik de keuze van het restauratorenteam om die verflaag weg te schrapen. Maar vaak passen kunstenaars zelf hun werken meermaals aan. Figuren blijken in ondertekeningen groter of kleiner, meer op de voor- of achtergrond te zijn geplaatst. Soms worden hele taferelen weer bedekt met een laagje verf. Misschien was de opdrachtgever wel van smaak of gedachten veranderd of werd er zelfs voor een nieuw thema gekozen.

Soms hielp het overschilderen van bepaalde aanstootgevende delen ook om werken te bewaren voor het nageslacht. Preutse tijden, regilieuze regio’s of fanatici allerhande kunnen kunstwerken bedreigen. Bij Adam en Eva op de zijpanelen van het Lam Gods wordt er getwijfeld of de vijgenbladeren die hun geslachtdelen bedekken, wel origineel zijn. Het restauratorenteam zal zich hier binnenkort over buigen in de laatste fase van de restauratie. De schaamhaartjes die de bladeren niet geheel kunnen bedekken, werden de afgelopen eeuwen alleszins als té levensecht en bijgevolg onbetamelijk beschouwd. Het hoogtepunt der preutsheid was 1861 toen Adam en Eva in een aangeklede versie in een kopie verschenen. Maar wie weet droegen die vijgenbladeren en geklede overschilderingen er wel toe bij dat we het altaarstuk vandaag nog altijd kunnen aanschouwen?

Detail Adam en Eva: links is de huidige versie met vijgenblad, rechts is een kopie gekleed in dierenhuiden door kunstenaar Victor Lagye, op vraag van de Belgische staat in 1861. J. & H. Van Eyck, De aanbidding van het Lam Gods, tempera en olieverf op paneel, 340 x 440 cm, 1432 (c) Sint-Baafskathedraal, Gent.

Het is een komen en gaan, kunst is doorheen de tijd wel vaker aangepast aan de heersende normen en waarden. Uiteraard niet zonder protest. Ook nu laaien de gemoederen hoog op tussen zij die graag alles zoveel mogelijk in de oorspronkelijke staat behouden (of terugbrengen naar die oorspronkelijke toestand), en zij die redeneren dat vanuit de huidige tijdsgeest kunst en literatuur gebaat zijn bij aanpassingen of op zijn minst duiding.

Censuur en duiding lijken vandaag twee modewoorden die per opbod tegen elkaar worden uitgespeeld in verhitte debatten. Benieuwd welke perikelen onze eeuwenoude meesterwerken nog te wachten staan.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: