Een dérive door de stad

Mijn zoon maakt graag zijn eigen wandelroutes. Ten tijde van corona, gesloten scholen en het verbod om speelpleintjes te betreden, trokken we samen door onze eigen stad. Wandelingen met bestemming onbekend. We botsten steevast op onbekende wegeltjes of bijzondere bouwsels (Vlaanderen kan er wat van). Het levert nog steeds fijne avonturen op.

Zijn zelfgemaakte stadsplannetjes waarbij het doel niet vast lijkt te liggen, deden me denken aan de dérives van de psychogeografie, waar ik onlangs in een tekst mee in aanraking kwam.

De term ‘psychogeografie’ wordt vaak toegeschreven aan Guy Debord, een bekende Situationist. Deze Situationisten waren kunstenaars en intellectuelen die in jaren vijftig en zestig vooral in Parijs actief waren en zich verzetten tegen massaconsumptie en regelgeving. Een continue staat van maatschappelijke revolutie was hun doel. Je moest je dus niet laten leiden door wat politici of media je voorkauwden, maar enkel en alleen op je eigen instinct vertrouwen. Psychogeografie definieerde Debord als “de studie van de precieze wetten en specifieke effecten van de al dan niet bewust georganiseerde geografische omgeving op de emoties en het gedrag van individuen”. Hij en andere zielsgenoten wilden je door middel van je eigen fantasie de stad of omgeving anders laten ervaren.

Dit leverde zogenaamde dérives op: dwaaltochten doorheen de stad volgens een eigen recept. Sommigen lieten een dobbelsteen bepalen waar je heen ging of volgden een bepaald algoritme, zoals mijn zoon uittekende: 1e straat links, 2e rechts, enzovoort. Het doel is vooral om je te laten leiden door toeval en stil te staan bij hoe de sfeer van straat tot straat of van wijk tot wijk verschilt en het gevoel dat je daarbij hebt.

Uit de jaren ’50 en ’60 van de vorige eeuw zijn een aantal interessante kaarten overgebleven, hoe een stad anders beleefd kan worden.

The Naked City, stadskaart van Parijs, Guy Debord

Zo is er The Naked City, een verknipte stadskaart van Parijs, waarbij Guy Debord alle interessante wijken van Parijs aan elkaar plakte met aanduiding van de korte route daarheen zodat je de rest van Parijs kan vermijden. Dat een grootstad constant in beweging is en een wijk op slechts enkele jaren volledig kan veranderen, daar lijkt hij wel aan voorbij te gaan.

Interessanter om een stad op een andere manier te leren kennen vind ik de algoritmes die o.a. door huidig Nederlands psychogeograaf Wilfried Hou Je Bek (prachtige naam overigens) en Socialfiction worden gebruikt. Dit heeft veel weg van het systeem dat ook mijn zoon gebruikt om te stad door te kruisen. Het nadeel van deze algoritmes is dat je soms in cirkeltjes blijft lopen of helemaal niks interessants tegenkomt omdat de wijken er zich niet toe lenen.

Nog interessanter vind ik de experimenten waarbij bijvoorbeeld een kaart van Parijs werd gebruikt om in Londen op zoek te gaan naar een (soort van) Eiffeltoren, of recente dérive-apps die je opdrachten geven als ‘volg de komende 4 straten een man met een pet’.

Nu leven we natuurlijk in een tijd waar een papieren plattegrond nauwelijks nog wordt gebruikt. Net als het merendeel van mijn stads- en leeftijdsgenoten klik ik op de gps-app van mijn telefoon om de kortste weg van punt A naar B te zoeken, bij voorkeur met onderweg aanduidingen van restaurants, bezienswaardigheden, bushaltes of het vermijden van wegenwerken en files.

We vertrouwen blindelings op de uitgestippelde wegen die Google of andere platformen ons aanbieden, maar het beperkt ons perspectief enorm. Als toerist in een vreemde stad tracht ik vaak eerst een hoger uitkijkpunt te vinden en met een stadsplannetje uit het toeristisch kantoor probeer ik zo rivieren, hoofdwegen, kerk- of andere torens te onderscheiden en te ontcijferen wat zich waar en tegenover elkaar bevindt. Een zogenaamd vogelperspectief over het geheel. In een artikel van Ann Verhetsel (The World in our heads) las ik dat kinderen die net kaart leren lezen als eerste het vogelperspectief onder de knie hebben. Pas later krijgen ze inzicht in de schaal en de betekenis van pictogrammen.

Een GPS verkleint daarentegen onze blik, je staat middenin de kaart en kijkt enkel rechtdoor. Je raakt er zelfs letterlijk het noorden van kwijt, want zowat alle GPS-systemen zijn tegenwoordig zo ingesteld dat ‘rechtdoor’ betekent dat je naar boven lijkt te wandelen, welke windrichting dat ook mag zijn.

De meeste GPS-systemen voeden zich met informatie die ze van gebruikers krijgen. Super handig: Heb je honger, klik dan op ‘boodschappen’ of ‘restaurants’. Tank leeg? Zoek een tankstation. Waar kan ik parkeren? Waar is er iets te doen? Alle hotspots kan je zelf naar hartenlust toevoegen of zelfs manipuleren.

Dat deed ook de Duitse kunstenaar Simon Weckert. Hij wist begin 2020 een virtuele monsterfile te creëren door met een karretje vol smartphones met een actieve gps-tracker stapvoets heen en weer over de Michaelbrücke te rijden. Google nam elke smartphone aan voor een individuele automobilist en kleurde bijgevolg de brug helemaal rood. Ik vind het één van de meest geslaagde #googlemapshacks.

Het vertelt ons erg veel over de beperkingen die een app als Google Maps heeft om ad hoc te leren en daarop te anticiperen. Tegelijkertijd wijst het ons op de gevaren van platforms die werken met open data die gebruikers zelf kunnen toevoegen én de gevaren van bedrijven die daarop de controle uitoefenen. Als ik Google Maps om fietsinstructies vraag, is de kans groot dat ik de hele tijd langs een drukke autobaan rijdt, terwijl er zich vlakbij een fietssnelweg bevindt. Voetwegen zijn al helemaal onvindbaar. Trage weggebruikers kunnen zich gelukkig behelpen met andere, speciaal daarvoor ontworpen apps.
Speciaal voor iedereen met een stevige portie Wanderlust, die na een verdwaalpartij terug naar huis wil.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: